Kunstschilder Naam: Beever, Emanuel Samson van Geboren: Antwerpen - 12 maart 1876 Overleden: Amsterdam - 20 juni 1912 Atelier/Adres: Laren - Zijtak 24 |
||
|
Emanuael Samson Beever werd geboren op 28 maart 1876 te Antwerpen en verhuisde vlak daarna met zijn ouders naar Amsterdam. Hij was als kind al in zichzelf gekeerd, maar toonde al vroeg een bijzondere tekenaanleg. Zijn ouders lieten hem daarom studeren aan de Quelliniusschool waar hij les kreeg van K.A.A.J.Boom en E. Frankfort. Hij was een moeilijke leerling die maar niet kon wennen aan de gebonden lesvorm. Botsingen bleven niet uit en als Jozef Israëls zich niet voor hem geintresseerd had, zou zijn kunstenaarsloopbaan zeer zeker vroegtijdig schipbreuk geleden hebben. Israëls wist hem subsidie te bezoren waarmee hij kon gaan studeren aan de Rijksacademie te Amsterdam van 1894 tot 1897. Kort na 1900 vestigde hij zich in Blaricum en zijn ouders vertrokken naar Londen. Hij behoorde tot de knappe Gooische schilders die een tragische levensweg hadden. Zijn jeugd wordt droevig en rijk aan onberingen genoemd en voor een deel kan dit wel worden toegeschreven aan zijn nogal zwaarmoedige, moeilijke en egocentrische karakter. Drie jaar lang leidde hij een zorgelijk leven waarin hij studeerde en zijn geldelijke tekorten aanvulde door op feestjes of partijtjes viool te spelen. olieverf partic. bezit Hij werkte toen ook wel samen met A.M. Broeckman op het atelier van A. Boom. Dit drietal had een grote bewondering voor meesters als Breitner, Maris en Israëls en het gevolg daarvan was, dat de werken van Beever uit die tijd eerder van navolging getuigden dan van een eigen stijl. Toen hij hoorde dat zijn ouders ziek waren ging hij naar Londen. Zij overleden daar en Van Beever keerde terug in een zeer depressieve toestand. Hij zocht rust, stilte en eenzaamheid en vestigde hij zich in Blaricum. Zijn financiële positie was zorgelijk en in de sobere behuizing werkte hij hard en kritisch om zijn stijl te verbeteren. Hij leefde daar geïsoleerd en eenzaam, vroeg niemand iets, ontving niemand en kwam bij niemand. Als de nood hoog steeg ging hij viool spelen om wat bij te verdienen. August Legras , die hem al van vroeger kende, had echter een redelijk contact met hem en moedigde hem aan. Evert Pieters leerde zijn werk kennen en heemt hem meermalen uit de moeilijkheden geholpen. Hoewel Beever meer zelfvertouwen had gekregen ging het slecht met de verkoop van zijn werken. Voor een besheiden prijsje kon hij weleens iets kwijt aan een 'liefhebber' die het dan ogenblikkelijk doorverkocht voor de driedubbele prijs. In 1906 kwam zijn vriend Broeckman naar Laren en daarmee is hij altijd bevriend gebleven. Uiteindelijke valt Van Beever te rekenen tot de meest begaafde en gewetensvolle kunstenaars in het Gooi. Hij overleed op 20 juni 1912 op de nog jonge leeftijd van zesendertig jaar als een eenzame en wat tragische figuur onder de schilders. Ter nagedachtenis is er in Laren een straat "Van Beeverlaan" naar hem genoemd. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen 1750-1950) (Heeft vermelding in de S.J. Mak van Waay 1870-1940) literatuur: Plasschaert: "Hollandsche schilderkunst" |
particulier bezit |