Kunstschilder Naam:
Idserda,
André Geboren:
Vlagtwedde - 16 maart
1879 Overleden:
Hilversum - 2 februari
1952 Atelier/Adres:
Laren - 't Paadje
20 Andre Idserda werd op 16 maart
1879 geboren te Vlagtwedde. Het gezin Idserda verhuisde 12
jaar na zijn geboorte naar Amsterdam omdat zijn vader die
douaneambtenaar was overgeplaatst werd naar de hoofdstad. Al
op jeugdige leeftijd wilde hij gaan schilderen en vrij zijn.
De lagere school heeft hij zonder problemen doorlopen maar
toe kwamen de strubbelingen. Tenslotte streek zijn vader
zijn hand over zijn hart en liet hem studeren voor
tekenleraar. Maar ook dat ging mis, want na een tijdlang in
het gareel te hebben gelopen ontvluchtte hij zijn huis. Tot
drie maal toe is hij weggelopen en na de derde keer dacht
zijn vader dat het vergeefse moeite was en trok hij zijn
handen van André af. Het doel van André was om naar
Antwerpen te gaan waar je, tenminste in die tijd, gratis
onderwijs kon genieten op de Academie voor Beeldende
Kunsten. Tot zijn diepe vreugd werd hij aangenomen en
studeerde o.l.v. Juliaan de Vriendt. Om aan de kost te komen
verhuurde hij zichzelf bij een huisschilder, om in zijn
vrije tijd muren te witten. S'avonds zat hij in kroegen en
tekende karikaturen van de bezoekers die hij grif verkocht.
Tijdens zijn studie maakte hij vele vrienden die net zo over
het leven dachten als hij. Na 2 jaar academie begon het hem
te vervelen om in het gareel te lopen en sprak met twee
vrienden af, die ook op een klein zolderkamerte leefden, om
met z'n driëen een huis te huren. In een klein gehucht
net buiten Antwerpen konden zij voor een appel en een ei een
leeg huis huren. het zag er erbarmelijk uit, de luiken
hingen scheef en pasten niet meer voor de ramen maar dat was
geen probleem. Hij maakte daar diverse werken die hij in
Nederland verkocht. Soms nam hij ze lopend mee helemaal naar
Meppel. Later kwam Idserda weer terug naar
Nederland en trok bij zij moeder in die inmiddels weduwe was
geworden en in Laren was gaan wonen. Hij leefde
eenzaam en geïsoleerd. voor een paar
collega-tijdgenoten had hij een echte grote bewondering en
die was wederzijds. Met hen had hij gesprekken die
hoofzakelijk over de schilderskunst gingen. In het Gooi
waren dat de schilders Hulshoff Pol, Rijlaarsdam, Schulman,
Willem van Nieuwenhoven, de gebroeders Dooyewaard en Frans
Langeveld. Net voor de Eerste Wereldoorlog was hij,
inmiddels getrouwd met Coba van der Lee in België, gaan
wonen in België in de plaats Mol. Zijn jonge vrouw
schilderde ook een periode, maar wilde haar man geen
concurrentie aandoen en stopte ermee. Op latere leeftijd
ging zij toch weer schilderen en oogstte daarmee veel
succes. Tijdens de oorlog verhuisde familie Idserda, met
zoon Theo, naar Nederland naar zijn moeder, die inmiddels in
Loosdrecht was gaan wonen. De huisbaas wilde echter niet
zo'n schildersgezin in z'n huis hebben en daarom verhuisde
Idserda na een tijdje naar Meppel. Na de oorlog trok hij met
zijn gezin weer naar België, deze keer naar Brugge,
waar hij de eer kreeg de dochter van de toenmalige Engelse
minister-president, Mac Donald, te gaan schilderen.
Dergelijke opdrachten brachten geld in het laatje en maakte
dat meerdere vooraanstaande personen zich door hem wilde
laten schilderen. Het ging financieel erg goed met hem.
Zijn oudste zoon Theo was inmiddels in
zijn voetsporen getreden en was ook kunstschilder geworden.
Idserda vond geld niet echt belangrijk en gaf het soms te
gemakkelijk uit. Hij kocht een boot, een kolenschuit zwart
als roet en schreef aan zijn familie in Meppel om een
ligplaats voor hem te zoeken. Na veel inspanningen was de
boot voor bewoning gereed en trok het gezin Idserda erin. In
het begin leek alles nogal weelderig maar dat veranderde. De
boot had erg veel geld gekost en door geldgebrek nam Idserda
10 soortgelijke, bijzonder fijn getekende artistieke koppen
mee naar de Amsterdamse kunsthandel en verkocht deze, door
gebrek aan zakelijk talent en dringende behoefte aan geld,
voor een appel en een ei. Hij kon wel huilen van woede en
verdriet. Hij dacht; En nu maken die kerels straks grote
winsten op mijn werk. Een familielid sprak met hem af om al
André's werk te lopen voor dezelfde prijs als hij
kreeg bij de kunsthandel. Hij kon het achter altijd
terugkopen voor dezelfde prijs. Dat deed hij ook want
tenslotte kocht hij regelmatig zijn werk terug en verkocht
hij alles zelf. Maar de moeilijkheden begonnen in zijn
huwelijk te komen. Zijn vrouw kon dit leven van up's en
down's niet langer aan en vertrok. Hij bleef alleen achter,
erg zielig en nog somberder en opstandiger dan ooit. De
rheumatiek die was onststaan door het leven van ontberingen
en het in allerlei jaargetijden buiten schilderen, kwam weer
opzetten. Soms lag hij dagen lang van de pijn in
bed. Tenslotte verkocht hij de boot en trok
bij zijn jongste zoon Jaques, die in Hilversum werkzaam was
bij de Radio-omroep en diens vrouw in en werkte nog steeds
door. Hij maakte de meest gevoelig tekeningen en
schilderijen. Afwisselend woonde hij in Hilversum en in
Diever. Hij logeerde dan in een hotel tegenover de kerk waar
hij vele tekeningen van maakte met zwart en rood krijt.
Daarnaast maakte hij ook buitengewoon mooie, forsopgezette
zelfportretten. Zijn laatste zieke levensmaanden bracht hij
door bij zijn jongste zoon Jaques, die naast zijn werk ook
de schilderkunst beoefende en zijn vrouw in Hilversum, waar
hij op 2 februari 1952 is overleden. André Idserda was een zeer
beminnelijk man, toch had hij maar weinig vrienden. Hij
schilderde en tekende portretten w.o. zelfportret,
landschappen, stillevens, interieurs te Laren N.H,
dieren enz. Hij gaf les o.a. aan A. Forie en A.A. Keizer.
Aanvullende opmerkingen: Idserda was
bevriend met Walter Vaes en werkte en woonde enige tijd met
Jacob Smits in Oud-Loosdrecht. (heeft vermelding in de Pieter
Scheen) olieverf op doek
olieverf op doek collectie Gemeente Laren
|