Dirk Ocker
De Valk Lexicon kunstenaars Laren-Blaricum

Kunstschilder

Naam: Ocker, Dirk

Geboren: Amsterdam - 9 augustus 1882

Overleden: Gennep - 19 december 1958

Atelier/Adres: - Laren - Melkweg 54 / Molenweg ?

 

Ocker, Dirk werd op 9 augustus 1882 te Amsterdam geboren. Hij wilde graag schilder worden en via een verzoek van zijn vader aan Koningin Wilhelmina kreeg hijeen beurs om naar de Rijksacademie te Amsterdam te gaan. Hoewel hij moeite had zich aan te passen aan de opvatingen van zijn leraren, meent men in zijn vroege werk invloeden van de Amsterdamse School te herkennen. Tijdens zijn studie-tijd daar ontmoette hij het schildersmodel Paula Janette waar hij later mee trouwde.

Na hun huwelijk zwierven ze door binnen-en buitenland en wanneer ze in Nederland waren, woonden ze afwisselend in Mook, Laren (Hij woonde daar o.a. op de molenweg nr.322 Adresboek: Laren-Blaricum 1938 in de Villa "In 't eiken hakhout"), of Amsterdam. Dirk Ocker schilderde en tekende figuren (naakten), portretten, taferelen in oude Italiaanse stijl (Da Vincien Michel Angelo) Zijn eerste tentoonstelling had hij in 1903 te Amsterdam, waar o.a. het schilderij Pythia door het Haags Gemeente Museum werd gekocht. In 1904 werd in Laren zijn dochter Paula geboren.

In 1905 was hij één van de oprichters van de eerste Gooische Groep "De Tien" met de kunstenaars: E.van Beever, Co Breman, Toon de Jong, August Legras, Derk Meeles, David Schuiman, A.M Broekman, S.Garf en Jan van Schooten. In 1906 was de tentoonstelling van "De Tien" in Kunstliefde te Utrecht een groot succes.Citaat uit "Gooische Schilders door Jan P.Koemans A.J.G.Strengholt, Amsterdam 1969: Dirk Ocker, een wat recalcitrante figuur in het kunstwereldje, schilderde bij voorkeur heroïsche taferelen in oude Italiaanse stijl van Da Vinci en Michel Angelo, doch minder knap. Voor een Londense kunsthandel heeft hij enige jaren Larense interieurs geschilderd, wat hem veel geld opleverde; later keerde hij weer terug tot zijn Italiaanse stijl. Die Larense interieurs werden door kunsthandelaar Verspeijen naar Londen verkocht.

In 1906 exposeerde hij op een tentoostelling "De Gooische Tien" in Kunstliefde te Utrecht. Indatzelfde jaar werd zijn zoon Johannes (Bock) te Amsterdam geboren. In 1916 betrok de familie Ocker een huisje met inbegrip van één hectare wildernis in de Plasmolen, een gehucht bij de plaats Mook in Noord-Limburg. Met andere schilders ontstond daar een hechte kunstenaars-groepering "de Plasmolense Schilders" In diezelfde tijd kwam kwam Ocker onder invloed van natuurfreak Jaques van Mourik, die de eenzaamheid opzocht maar eigenlijk niet alleen wilde zijn en mensen om zich heen verzamelde. Met paard en kar, beschilderd met afbeeldingen van de Sixtijnse kapel, trokken ze naar Zuidlimburg. Zingend en schilderend bedelden ze een tijdlang hun kostje bij elkaar. Stilaan werd Ocker tot een "in zichzelf gekeerde romanticus, die zoekt of zich afvraagt, bijna nooit stelt of beweert". Deze ontwikkeling had verschillende oorzaken. Ocker was van nature al introvert, ietwat zonderling. Hoewel zijn Larense doeken goed verkochten, werd zijn eerste zelfstandige expositie geen succes. De kritiek was verre van bemoedigend. Een tweede keer exposeerde hij in 1935 samen met Lanooy in galerie Binnenhuiskunst op het Westeinde te Amsterdam. Deze expositie had wel een redelijk succes.

Het afgezonderde bestaan in de Plasmolen bekoorde hem; de contacten met Amsterdam verwaterden. Dit proces werd bevorderd door zijn groeiende belangstelling voor de theosofie; gaandeweg raakte hij steeds meer gefascineerd door de mystiek van de hem omringende natuur. Een aantal schilders toonde belangstelling voor de theosofie. In ons land kwam de theosofische levensopvatting tot uiting in werken van Piet Mondriaan, Jan Toorop, Johan Thorn Prikker en Janus de Winter. Ocker geloofde dat hij bezig was met zijn laatste reïncarnatie waarin hem de opdracht ten deel viel om te schilderen. Uiteindelijk zou een hogere instantie beoordelen of hij zijn opdracht naar behoren vervuld had. Hij voelde daarom nauwelijks een behoefte om te exposeren.

Dirk en zijn vrouw moesten in 1944 wijken voor het oorlogsgeweld. Zij vluchtten via Duitsland naar Frankrijk en weer terug naar Nederland, waar ze in Laren onderdak vonden. In 1945 keerde hij terug naar de Plasmolen voor de herbouw van het huis. Hij verkocht zijn doeken altijd alleen als het broodnodig was, want ieder schilderij was er één minder voor later. Men kan zich dan ook de paniek voorstellen die zich meester maakte van zus Fem en zoon Bock toen in mei 1945 bleek dat al zijn werk verloren gegaan was. In 1954 schrijft R.Tolman in De Spiegel nr. 50 over Dirk Ocker. Op 19 december 1958 overlijdt Ocker en wordt begraven te Gennep.

In 1998 wordt er een expositie gehouden over Dirk Ocker, schilder-theosoof in het documentatiecentrum van Mourik te Mook.

literatuur: Dirk Ocker, schilder met een opdracht / Fred&Ietje Pinckers- ISBN 90-71832-34-1

Klik voor vergroting

klik voor vergroting

top pagina | vorige pagina | devalk.com | devalk.com/kunstenaars

devalk.com/kunstenaars