|
|
Kunstschilder Naam: Oldewelt, Ferdinand Gustaaf Willem Geboren: Amsterdam - 19 augustus 1857 Overleden: 22 april 1935 Atelier/Adres: Laren - Houtweg 18 villa 'De paddestoel'  |
|
|
Ferdinand Gustaaf Willem Oldewelt werd geboren op 19 augustus 1857 te Amsterdam. Hij was van 1891 tot 1896 hij tekenleraar in Haarlem, daarna werd hij directeur van de Minerva Academie in Groningen en ten slotte van 1903 tot 1922 leraar aan de Rotterdamse Academie voor beeldende kunsten. Hij dient ook vermeld te worden als één der schilders die reeds aan het einde van de 19e eeuw in Laren gewerkt heeft. In 1922 kwam hij in Laren wonen. Hij werkte daar in de zomermaanden van 1890. Het feit dat hij daar alleen in dat jaar geweest is, maakt hem weliswaar tot een der pioniers, maar geeft ook de indruk dat hij zich artistiek niet verbonden gevoeld heeft met dit gebied. Het zouden wellicht vriendschappen geweest kunnen zijn die hem daarheen brachten. Oldewelt was een veelzijdig bekwaam kunstenaar. In zijn Amsterdamse tijd schilderde hij veel stadsgezichten. Van 1891 tot 1896 was hij tekenleraar in Haarlem, daarna werd hij directeur van de Minerva Academie in Groningen en ten slotte van 1903 tot 1922 leraar aan de Rotterdamse Academie voor beeldende kunsten. In Rotterdam had hij een atelier op de hoek van de Schiedamse Singel en de Westzeedijk. Daar schilderde hij portretten, stillevens en naaktfiguren en een grote triptiek met als onderwerp 'Armenzorg' dat geplaatst werd in het Stadhuis op de Coolsingel. Vanaf 1898 tot 1915 trok hij elke zomer naar Drente waar hij een aantal fraaie boereninterieurs schilderde. Hij was vijfenzestig jaar toen hij naar Laren terugkwam om zich daar blijvend te vestigen. In die Larense tijd heeft hij vooral stillevens geschilderd. Hij leefde daar vrij teruggetrokken. Hij hield niet van populariteit en weigerde stelselmatig de hem aangeboden functies in het verenigingsleven. Desondanks was hij zeer geliefd en gewaardeerd onder de Larense collega's, die voor hem op zijn zeventigste en vijEenzeventigste verjaardag met veel moeite ere-tentoonstellingen organiseerden waarbij Oldewelt onbereikbaar bleef voor huldeblijken. Zijn terughoudendheid is waarschijnlijk de oorzaak geweest van zijn minder grote bekendheid. In 1934 kreeg hij een lichte hartaanval waarvan hij schijnbaar geheel genas, maar na een lange avondwandeling volgde 22 april 1935 een tweede aanval, die een einde maakte aan een welbesteed schildersleven. Hij is letterlijk in zijn schildersjas gestorven, zeiden zijn Larense vrienden, die hem twaalfjaar in hun midden hadden gehad. Hoewel hij moeilijk tot de Gooise Schildersgerekend kan worden, is hij op latere leeftijd toch onder hen een opmerkelijke figuur geweest. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen 1750-1950) |
|
|
olieverf op doek |
