Kunstschilder Naam:
Pieters, Evert Geboren:
Amsterdam - 11 december
1856 Overleden:
Laren - 17 februari
1932 Atelier/Adres:
Laren - Oude Naarderweg 14
villa 'Rozenhoeve' Evert Pieters werd op 11 december
1856 in Amsterdam geboren. Zijn ouders waren niet vermogend
en na de lagere school moest hij geld gaan verdienen en kwam
hij in de leer bij een huisschilder. Na enkele jaren had hij
dit wel bekeken en toen hij ongeveer negentien jaar oud was,
trok hij op avontuur naar Antwerpen in de hoop daar als
leerling-decorateur een beter bestaan te kunnen gaan
opbouwen. Antwerpen met de Antwerpse academie onder Verlat,
was toen een belangrijk centrum, de bakermat van de
Zuid-Nederlandse en Belgische kunst. De jonge Evert Pieters
zag kans om in de avondtekenklasse te komen en hij werkte
daar twee jaar hard met het tekenen naar pleister-modellen.
Zondags en in zijn vrije tijd schilderde hij veel naar
plaatjes of gravures, maar hij dorst deze produkten van zijn
prille vrije kunst aan niemand te laten zien. Wel gaf hij
deze soms aan iemand ten geschenke. De St. Jansbasiliek van
Laren Hij kwam in contact met de Belgische
landschapschilder Theodoor Verstraete toen diens vrouw zo'n
werkje van hem bij een kennis zag hangen. Zij maakte haar
man erop attent. Deze zag wel iets in de jonge kunstenaar en
hij bood aan hem verder te helpen. Evert ging toen onder
leiding van Verstraete buiten schilderen in de buurt van
Brasschaet, waar zijn leermeester woonde. Toen deze omstreeks 1883 -1884 met zijn
woonwagen naar Kalmthout trok ons te werken, volgde Evert
hem daarheen. Evert kreeg dus in Belgie zijn opleiding,
leerde daar ook het artistieke leven kennen en kreeg er zijn
vrienden. Dit heeft een blijvend stempel op zijn leven en
zijn werk gehad. Ook in Nederland bleef hij dus 'de
Vlaming'. Hij kreeg in Belgie in 1885 zijn eerste
succes met het schilderij 'Rusttijd van de houthakkers', dat
hij had ingezonden naar de Hollandse afdeling van de
wereldtentoonstelling in Antwerpen. Het was een kundig en
serieus doorwerkt schilderij, maar nog tamelijk academisch
van behandeling. Hij kreeg enige bekendheid en kon zich nu
financieel staande houden met de verkoop van meestal kleine
werkjes. De Sturm und Drang-tijd die hij in Antwerpen
beleefde met zijn vrienden, is van grote betekenis geweest
voor zijn latere ontwikkeling. Het gaf hem het nodige
zelfvertrouwen en gevoel van onafhankelijkheid. In 1894 verwierf hij op de tweede
wereldtentoonstelling in Antwerpen met een schilderij
'Korenveld in Vlaanderen' de medaille tweede klasse. Voor
ditzelfde doek kreeg hij in 1896 op de Salon des Champs
Elysees te Parijs de gouden medaille. Het werd in 1898 in
Barcelona eveneens met goud bekroond en ten slotte door het
museum aldaar aangekocht. olieverf op doek 79 x 93
cm Hij was een harde werker met een
veelzijdig talent. Samen met andere jonge schilders en de
latere schrijver-museumdirecteur Pol de Mont decoreerde
Evert het toneelscherm van de bekende Poesjenellenkelder.
Behalve grotere werken als 'De dobbelaar', geïnspireerd
op figuren die hij schetste in de oude herbergjes aan de
Scheldekant, schilderde hij veel stillevens die hij
uitvoerde in een stijl die verwantschap had met de oude
zeventiende eeuwse Hollandse meesters. De verkoop daarvan
ging goed en bezorgde hem ook wel opdrachten. In 1895 keerde
Evert Pieters terug naar Holland. Hij dacht zijn succes hier
door te zetten maar dat viel aanvankelijk tegen. Het
lidmaatschap van de Haagse 'Pulchri Studio' werd hem
geweigerd. 'Den Vlaoming' werd niet erkend onder de Haagse
Schilders. Hij zwierf enige tijd door Nederland. Vooral
Volendam heeft zijn belangstelling gehad.
Daar begon hij ook interieurs te schilderen
en had daarmee in Amerika zoveel succes, dat hij er meer van
kon leveren dan hij ooit zou kunnen maken! Zijn succes
groeide en daarmee zijn financiele welstand. Hij was
inmiddels gehuwd met Marie van de Bossche en trok met haar
naar Parijs en Barbizon. Op 17 april 1897 kwam hij uit Parijs en
vestigde zich in Blaricum op no 156 (waarschijnlijk
Meentweg 30). Daar heeft hij een aantal van zijn grote
schilderijen gemaakt en ook - in een daarvoor speciaal
ingericht hoekje - liet hij zijn modellen poseren voor zijn
Gooise interieurs. Singer Museum
Laren Op 25 augustus 1905 werd hij uit Blaricum
uitgeschreven naar Katwijk en mogelijk ook door zijn
vriendschap met Weissenbruch, kreeg hij een passie voor
strandgezichten, schelpenvissers en paarden die de
vissersschepen het strand op trokken. Op 19 februari 1908
keerde hij terug naar Blaricum in het huis destijds
gevestigd op no. A229. later werd dit het Achterom 13-15 Hij
noemde het huis 'Azeick-kan'. Na 9 jaar vertrok hij
naar Laren en woonde tussen 1917 en 1932, tot aan
zijn dood, aan de Oude Naarderweg 14. Dit was het voormalige
huis van kunstschilder Theodore Lelyveld. Hij liet daar ook
weer een Goois hoekje met schouw als decor voor zijn Gooise
interieurschilderijen! maken. Door zijn succesvolle Gooise interieurs
met figuren kan Pieters gerekend worden tot een van de
belangrijke Gooise schilders. Toch leert men deze
veelzijdige, bekwame kunstenaar het best kennen uit zijn
meer gevarieerde oeuvre waarvoor hij zijn onderwerpen ook
vaak buiten het Gooi vond. Evert Pieters werd te Amsterdam
geboren. Hij was dus een Nederlands schilder, maar
desondanks werd deze fors gebouwde en gemoedelijke figuur
met zijn wat oubollige en bohemien-achtige leefwijze onder
zijn Nederlandse collega's altijd 'de Vlaming'
genoemd. Zijn werken bevinden zich in het
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, het
gemeentehuis van Brasschaat, het Rijksmuseum van
Bilderbeek-Lamaison te Dordrecht, het Frans Halsmuseum te
Haarlem, het Goois Museum te Hilversum, het Singer Museum te
Laren en musea te Barcelona, Den Haag en Toledo. Een aantal
van zijn werken maken ook deel uit van verscheidene
particuliere verzamelingen. Evert Pieters overleed in 1932 en werd
begraven op het St. Janskerkhof te Laren. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen
1750-1950)
De kunst van Evert Pieters is
moeilijk onder te brengen in een bepaalde stijl. Hij liet
zich door niets beperken, schilderde spontaan en ook zijn
palet wisselde van stemmig tot lichtend helderen enthousiast
van kleur.Zijn grote schilderij 'De ververswerkplaats' is
een goed voorbeeld van een enthousiast kleurgebruik dat ook
in latere werken zijn Coloristische enthousiasme tot
uitdrukking bracht. Kort nadat hij dit doek schilderde
verbleef hij, in verband met herstel van een vrij ernstige
operatie, in Italië waar hij een aantal zeer kleurig
geschilderde terrassen met bloemen en bomen en een heldere
septembermorgen in Rome schilderde. Wellicht heeft de
zuidelijke sfeervan Italië ook nog wel een zekere
invloed gehad op zijn latere verhelderend
kleurgebruik.