Abraham Segaar
(Bram) werd op 4 april 1888 geboren te Leiden. Hij was
leerling van het genootschap' Mathesis Scientiarum Genetrix'
te Leiden (1903-1907), daarna leerling van de Vrije Akademie
aldaar (1907-1910), van W.H. van der Nat, Floris Verster,
W.C.A. Ridderhof en in 1910-1913 les van H.M. Krebbe te
Laren (N.H.).
Hij woonde en werkte te Leiden, in
Laren (N.H.) 1910-1911, Blaricum, Veere 1913,
Brugge (Belgie) 1914, Leiden, De Kaag en van1922 af in
Nieuwkoop. Hij schilderde, aquarelleerde, tekende (pen,
pastel), en etste in naturalistisch-figuratieve trant
landschappen (speciaal waterpartijen en plasgezichten),
stillevens, bloemen, figuren enz. Hij werd 'de schilder van
de Nieuw- koopse plassen' genoemd.
Hij maakte ook linoleumsneden en
ontwerpen voor cliches. Hij verkreeg in 1910 t/m 1912 de
koninklijke subsidie. Gaf raadgevingen aan Th.B.
Twaalfhoven. Hij was lid van diverse
kunstenaars-verenigingen.
Segaar overleed te Leiden op 30 april
1962.
|