Kunstschilder Naam:
Berghe, Frits van
de Geboren:
Gent (B) - 3 april
1883 Overleden:
23 september
1939 Atelier/Adres:
- T Berghe, Frits van den werd op 3
april 1883 in Gent geboren als zoon van een secretaris van
de Universitetsbibliotheek. In 1898 bezocht hij de
Stadschool in de Onderstraat te Gent. Hij studeerde daarna
aan de Koninklijke Academie in Gent (o.a. leerling van J.
Delvin) en woonde toen aan de Scheldelaan. Onder zijn
medeleerlingen bevond zich Albert Servaes,een vlaamse
expresiionist die door zijn religieuse onderwerpen bekend
werd en met wie hij later in het kunstenaarsdorp St.
Martens-Latem, in de Leiestreek, zijn atelier zou delen. In
1907 trad hij in het huwelijk met Elvira van Houte en werkte
hij samen met zijn zwager Jules Hoste aan de oprichting van
het socialistische Feesthuis "Ons Huis" aan de Vrijdagmarkt.
In het navolgende jaar werd Van den Berghe als docent
genoemd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunst en
onder zijn vleugels kwam de vereniging "Vrienden van Bosch
en Leie" tot stand. Kort voor de Eerste Wereldoorlog verbleef
hij in New York, maar hij keerde al na enkele maanden terug
naar Europa Hij kwam als vluchteling naar Nederland. Hij
vestigde zich in 1914 in Amsterdam en werd gevolgd door zijn
geliefde Stelle van de Wiele. in 1916 vestigde hij zich in
Blaricum en trof er zijn vriend Gustave
de Smet aan. In de zomer van 1917
keerde hij terug naar België en vestigde zich in
Brussel, om in 1919 opnieuw zijn toevlucht in Nederland te
zoeken. In Blaricum was inmiddels een enclave van
Belgische vluchtelingen ontstaan. De meesten konden en
wilden, vanwege hun Vlaams activisme een hun afkeuring voor
de Belgische kunstpolitiek, niet naar hun vaderland
terugkeren. In 1916 exposeerde hij voor de eerste keer in
Nederland 23 werken en Gustave de Smet 39. Hij woonde vanaf 1919 enige tijd in bij,
zijn eveneens in 1918 naar Blaricum gevluchte
landgenoot; de beeldhouwer Jozef
Cantré. In 1920 woont hij
in Laren aan de Noolseweg 162 (zijn hernummerd!) en
trekt later in maart in bij Gustave de Smet. In 1920 werden
op een tentoonstelling in Groningen de werken van hem en
zijn oude vrienden Jozef Cantré en Gustave de Smet
gezamenlijk geëxposeerd In 1921 woont hij in villa
"Carle" te Laren. Van den Berghe beeldde in deze
periode meermalen de vluchtelingen van de Blaricumse
Belgische enclave af. Onder andere in het schilderij " De
Bannelingen" in 1919 en de Linosnede "Malpertus" in 1920. Na
het verblijf in Nederland woonden in 1922 hij met De Smet en
Constant Permeke enkele maanden in Oostende Van den Berghe
was lid van talrijke kunstverenigingen. De veelzijdigheid
van Frits Van den Berghe blijkt uit een rijke selectie van
zijn werk als illustrator voor diverse kranten en
tijdschriften. onder andere Selection, Centaure en
Variétés. Daarnaast was hij als tekenaar
verbonden aan het Gentse dagblad. De ontmoeting met het werk
van collega's die voor Frits Van den Berghe van betekenis
waren : Pierre Bonhard, Edvard Munch, Jan
Sluijters, Gustave De Smet,
Leo
Gestel, Ossip Zadkine, Joseph
Cantré, Giorgio de Chirico, Egon Schiele, Max
Ernst. In Nederland verwerkte hij het fauve
coloriet van J. Sluyters, het kubistische expressionisme van
Henri le Fauconnier en het dramatische dynamisme van de
Duitse expressionisten. Hierdoor ontstond een breuk met het
impressionisme tijdens zijn eerste periode in Nederland en
via het constructivisme (uit de tweede Nederlandse periode)
evolueerde hij tijdens zijn verblijf met Gustave de Smet te
Bachte-Maria-Leerne naar een extreem expressionisme. Er kwam
een hechte samenwerking met Sélection en Le Centaure
te Brussel, waar A. de Ridder en P.G. van Hecke de grote
promotors van Van den Berghes kunst waren. Rond 1927 ging
Van den Berghe, onder invloed van Max Ernst, over naar een
zeer persoonlijke stijl, sterk surrealistisch getint,
hallucinerend en expressief, met neiging tot het groteske en
het barokke. Zijn olieverfschilderijen werden uitgevoerd op
gekleefd papier, wat interessante effecten gaf. De
menselijke figuur werd irreëel met een uitdrukking van
angst en obsessie. Er zijn verrassende raakpunten met hen De
schilderkunst van Van den Berghe werd gevoed door een
scherpe zin voor natuurwetenschappen, affiniteit met het
surrealisme, belangstelling voor de psychoanalyse en kennis
van wereldliteratuur, mythologie en volkskunst. Het centrale
thema in het oeuvre van deze kunstenaar is steeds weer de
mens, in zijn tragische onvolkomenheid .Zijn werk is
gekenmerkt door een merkwaardige evolutie, gaande van het
impressionisme via het expressionisme naar een eigen vorm
van surrealisme, waarbij zijn palet door een fantastische
verbeeldingskracht werd bepaald.De laatste jaren van zijn
leven hield Van den Berghe zich vooral met tekenen
bezig. Van den Berghe stierf op 23 september
1939 te gent (B). olieverf op doek 1926 111 x 95 cm Museum of Fine Arts
olieverf op doek 1926 54 x 68 cm Museum of Fine Arts Gent