Schilderes Naam:
Graag, Anna Julia
de Geboren:
Gorinchem - 18 juli 1877 Overleden:
Den Haag - 2 februari
1924 Atelier/Adres:
Laren - Zevenend
93 Anna Julia ('Julie') de Graag werd
op 18 juli 1877 te Gorinchem geboren als vierde kind uit een
gezin van zes. Haar moeder, Karolina Stephana Couwenberg was
voor haar huwelijk een verdienstelijk amateur-schilderes.
Rond 1900 volgde zij haar ouders naar Den Haag. Zij was
leerlinge van de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag
onder leiding van J.J. Aarts en behaalde daarnaast haar
MO-akte tekenen. In 1901 kwam zij in contact met de
kunstcriticus H.P. Bremmer. Zij volgde zijn cursussen en had
grote bewondering voor zijn stijl. In 1904 kwam zij in
Laren in het huis van de timmerman Van Wingerden
wonen maar ging vaak terug naar haar ouders in Den Haag
wanneer zij door haar zwakke gezondheid met ziekte was
getroffen. In Laren kwam zij in contact met
beeldhouwer Mendes da Costa en schilder Bart
van der Leck die haar inspireerde
in meer gestilleerd werk. De eerste tijd woonde zij in het
rechter gedeelte van een oude boerderij op het zevenend 62
te Laren, die op nieuwjaarsnacht 1908 volledig
afbrandde, waarbij veel van haar werk verloren ging. Na de
brand liet Julie een nieuw huis aan de overkant, nu het
adres Zevenend 93 te Laren, van haar eerste
onderkomen bouwen. Naast haar eigen werk gaf Julie een paar
uur per week tekenles op een meisjesschool in Utrecht.
Verder leidde zij een teruggetrokken bestaan. Begin jaren
twintig ging zij zowel fysiek als geestelijk sterk achteruit
en moest stoppen met lesgeven. Zij verbleef door haar gezondheid vaak in
Den Haag vooral in de wintermaanden. De laatste periode
maakte zij steeds meer tekeningen en prenten met morbide
onderwerpen waaruit haar depressieve gemoedstoestand zich
uitte. Samenvatend, Julie de Graag schilderde
bloemen, dierstudies, portretten en maakte houtsneden o.a.
boerenfiguren (Larense boerenvrouwen). Het Centraal Museum
Utrecht heeft werken van haar evenals het Rijksmuseum
Kröller-Müller Otterlo, die 65 aquarellen en
tekeningen van haar bezit. Zij overleed te Den Haag op 2 februari
1924 door haar eigen toedoen. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen
1750-1950)