|
|
Kunstschilder, etser, graficus, publicist Naam: Moulijn, Simon Geboren: Rotterdam - 20 juli 1866 Overleden: Den Haag - 2 november 1948 Atelier/Adres: Laren - Oud Blaricummerweg 40
|
|
|
|
 |
|
Moulijn, Simon werd op 20 juli 1866 geboren te Rotterdam als zoon van een fabrikant. Hij voelde al spedig de drang om kunstenaar te worden en kreeg in 1878 privétekenles van J. Bergsi (*1834-Ý1910), op wiens voorspraak hij in 1882 leerling werd van de Academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam en later de Rijksacademie te Amsterdam tussen 1886 en 1887 olv A. Allebé en Wijnveld. Hij schilderde, etste en lithografeerde (weelderige tuinen, bossen, parken en verlaten tuinen en ook portretten. Zijn eerste litho maakte hij in 1893. Hij werd in eerste instantie sterk beinvloed door de Franse schilderkunst en van Toorop en Van Gogh. Ook het lezen van Maeterlinck en zijn mystiek had een dusdanige invloed op Moulijn dat hij de natuur op een barbaarse manier te styleerde. Later ging hij meer realistisch werk maken. Hij woonde en werkte in Rotterdam (Kralingen) op verschillende plaatsen in Drente tot 1890, Den Haag 1891, mei 1895 in de Steeg, Renkum 1901-1902 bij zijn zuster en trouwt in Winterswijk met de dichteres Hester Henriëtte Haitsma Mulier en vertrekt hij in 1902 naar Laren dat dan al een echt kunstenaarsdorp is en waar hij tot 1918 blijft wonen. Het echtpaar Moulijn was daar bevriend met o.a. de sociaal zeer bewogen dichteres Henriëtte Roland Holst en met de schilder F. Hart Nibbrig, Den Haag tot 1935 in de Van Weede van Dijkveldstraat 101, Wassenaar tot 1946 en daarna in Den Haag. Zijn eerste lithografie werd in 1893 gemaakt. In datzelfde jaar exposeert hij op de ledententoonstelling van Pulchr Studio zijn schilderij "Een vrouw" bekend geworden als "De halve koe" dat veel aandacht trekt. ( spotprent in de Nederlandsche Spectator van 1 april). In 1896 had hij een tentoonstelling te Parijs (bij Bing) en te Brussel (bij Picard). In 1897 had hij in de Lakenhal te Leiden en in Kunstzaal Oldenzeel te Rotterdam een tentoostelling. Omstreeks deze tijd illustreerde hij een aantal sprookjesboekjes van Marie Metz-Koning. In 1898 heeft hij samen met Hart Nibbrig en van Hoytema een expositie bij "Voor de Kunst" te Utrecht. In 1905 verschijnt de map "Omstreken van Laren bestaande uit 6 litho's uitgegeven bij S.L. van Looy te Amsterdam en de map "De Duno" 10 litho's in opdracht van de heer Scheffer eigenaar van dit landgoed bij Doorwerth. Hij schreef in 1918 een boek: "De Lithografische prentkunst" uitgever Wereldbibliotheek Amsterdam. Hij was medeoprichter van de Haagse Kunstkring. Van 1917 tot 1931 was hij leraar lithografie aan de Academie voor Beeldende Kunst en T.W. te Rotterdam. Hij exposeerde in 1896 bij Bing te Parijs, bij Picard te Brussel In 1897 te Leiden bij lakenhal en in 1937 op de tentoonstelling naar aanleiding van zijn 70e verjaardag in Museum Boymans te Rotterdam. In 1910 was Moulijn samen met Hart Nibbrig de oprichter van de Larensche Schilderschool, waar ook diverse andere kunstenaars les gaven o.a. Eisenloeffel, Ed Jacobs, Toon de Jong, Albert Plasschaerr en H.P. Bremmer. Er bestond een loflied schilderschool Laren. In 1934 werd een overzichtstentoonstelling van zijn werk gehouden bij kunsthandel Nieuwenhuizen Segaar in Den Haag welke werd geopend door Bremmer. Tevens verschijn t er een map " De wallen van Naarden" 6 litho's in opdracht gemaakt voor het Ministerie van O&W. In 1941 heeft hij een eenmansexpositie waarin zijn 75e verjaardag wordt gememoreerd en wederom door Bremmer werd geopend. Zijn werk is vertegenwoordigd in Museum Boymans, Museum te Dordrecht, Centraal museum Utrecht en Dordrecht en het Kröller-Müllermuseum. In 1906 werd zijn complete prentwerk door vrienden geschonken aan het Rijks-Prentenkabinet te Amsterdam.Verder is werk aangekocht door het Brits Museum te Londen, Bibliothèque Nationale te Parijs en de Albertina te Wenen. Hij illustreerde diverse boeken en zijn werk werd in 1904 herhaaldelijk beschreven in de Elsevier en andere bladen. Hij was lid van 'Artii' en 'Pulchri' en erelid van de Vereniging tot bevordering van Grafische Kunst. Voort was hij lid van de Mij. der Nederlandse Letterkunde te Leiden. In 1915 ontving hij in San Francisco de bronzen medaille en in 1923 de zilveren medaille te Amsterdam. Ook in 1928 een zilveren medaille als jurylid Olympiade te Amsterdam en in Budapest in 1934 een zilveren plaquette. Hij was Ridder in de Ordan van Oranje Nassau. Verder ontving hij het officierskruis van Verdienste van Hongarije. Hij was lid van "Arti", "Pulchri" en van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. literatuur: Simon Moulijn 1666-1948 ISBN 90 70884 22 4. Publicaties: Marie Metz-Koning 1904 in Elsevier Maandschrift. Door J. Everts in Onze Kunst, juli 1906. Door H.P.Bremmer een afzonderlijk Moulijn-nummer van Beeldende Kunst in juli 1926 en door A.M. Hammacher in elsevier in 1934. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen 1750-1950) (Heeft vermelding in de S.J. Mak van Waay 1870-1940). |
|
|
Moulijn in de tuin van Villa De Egelantier in Laren 1912 - olieverf op doek 100 x 100 cm partic. collectie |
