Kunstschilder Naam:
Komter, Douwe Geboren:
Leeuwarden - 13 april
1871 Overleden:
Laren - 13 september
1957 Atelier/Adres:
Laren - Eemnesserweg
25 Douwe Komter werd op 13 april 1871
in Leeuwarden geboren als zoon van een welgesteld koopman.
Al jong leek hij tekentalent te hebben, maar zijn ouders
dachten er niet aan om hem als kunstenaar te laten
opleiden.Tegen alle protesten in zette Douwe door en hij
ging op 18-jarige leeftijd studeren aan de
Kunstnijverheidsschool in Amsterdam. Daar ontmoette hij
Derk
Meeles waar hij mee bevriend
raakte. Daarna studeerde hij nog een jaar aan de Academie in
Brussel onder prof. Stallaert en rondde zijn studie af op de
Amsterdamse academie onder Van der Waay en
Allebe. Komter begon zich toe te leggen op het
landschap. Hij zwierf als schilder door Brabant, Gelderland
en het Gooi. Hij schilderde ondermeer samen met Co Breman
Elias en Derk
Meeles in de voormalige
bierbrouwerij aan de Torenlaan. Het viertal jonge
kunstenaars leidde daar een onbezorgd bohemien-leven.Voor de
huishoudelijke zaken hadden zij een Huizer vrouw, Hilletje,
die het met de loszinnige en feestende kunstenaars nog
weleens moeilijk had, maar die er wel tegen opgewassen was.
Na die onbezorgde tijd trok Komter met Jaap
Dooijewaard mee naar de Veluwe,
waar zij gingen samenwerken met de Nunspeetse
interieurschilder Briët. Op een gegeven moment kwam hij in
aanraking met de kunsthandelaar Preijer en ging 2 jaar voor
hem werken. Al jong was Komter geinteresseerd in Japanse en
Perzische kunst en hij had op een gegeven moment zoveel
kennis daarvan dat hij besloot zich zelfstandig als
kunsthandelaar te vestigen. Ongeveer 18 jaar lang dreef hij
op het Rokin te Amsterdam een druk bezochte kunsthandel.
Naast de schilderkunst handelde hij dus ook veel in
Oosterse, Egyptische, Griekse en Romeinse kunst. Hij had
zoveel succes dat hij in 1926 besloot te stoppen en zich
geheel aan debeoefening van de schilderskunst te wijden. Na
een reis naar Corsica vestigde hij zich definitief in
Laren. Op een zekere dag kwam hij in contact met
de bekende schilder en kunstcriticus P.H.Bremmer, welke
ontmoeting een keerpunt in zijn kunstenaarsloopbaan
betekende. "Als je zo doorgaat, zie Bremmer, kom je nooit
verder". Wat moet ik dan doen? vroeg Komter. "Dan moet je
iets maken wat vóór jou nog nooit een ander
geschilderd heeft!." "Wat moet ik dan schilderen?". "Een
paar sigarenkistjes", zei Bremmer. "Dat verd.... ik" was
Komters oneerbiedige antwoord. Maar toen Bremmer weg was
deed hij het als koppige Fries toch, maar met een zo
volkomen overgave, dat het een openbaring voor hem werd. Dit
gebeurde in 1930 en volgens Komter was hij er nooit gekomen
als hij dit niet had gedaan. Dit speelde zich af in 1930 en
hij was Bremmer eeuwig dankbaar. Hij trouwde met Aafke Kuipers en zei zijn
baan vaarwel en opende een eigen zaak in antiek en Oosterse
kunst op het Rokin. Maar na enige tjjd kreeg hij heimwee
naar het Gooi. Het vrije leven als schilder trok hem toch
meer als het zakenleven. Hij betrok in Laren de villa 'De
Snoek' aan de Eemnesserweg 25 en begon weer te schilderen.
Zijn stillevens werden uitgevoerd in klein dicht tegen
elkaar geplaatste stippeltjes in gedempte kleuren. Antieke
en oosterse voorwerpen spelen op deze werken vaak de
hoofdrol. Hij werkte ten slotte het liefste in de
stilte van zijn atelier waar hij nu vooral stillevens
schilderde. Ook kon hij intens genieten van de huisconcerten
die zijn vrouw voor hem organiseerde. verbrand in Genua olieverf Slechts een kleine kring van kunstenaars
zoals Bosch
Reitz, Brender
a Brandis, Roland
Holst en ook het echtpaar
Singer,
ontving hij als vrienden thuis. Komter was financieel
onafhankelijk en hij had er geen behoefte aan te verkopen of
te exposeren of aan publieke belangstellingen waardering.
Met de rest van de Larense schilders onderhield hij geen
contacten meer omdat naar zijn mening de sfeer achterbleef.
De oude eenheid en saamhorigheid vond hij er niet meer. Zo
geraakte hij steeds meer op de achtergrond. Zijn oeuvre is niet groot en nauwelijks
bekend. Een van zijn stillevens valt op door raadselachtigs.
Het schilderij stelt twee schedels voor en een wekker, die
achteraf exact het uur van zijn dood aanwijst, maar dat kan
natuurlijk toeval zijn. (niet afgebeeld) De in zijn jonge jaren zo levendige
schilder overleed eenzaam als een der kleinere meesters
onder de Gooise kunstenaars werd hij vrijwel vergeten. Hij
overleed op 13 september 1959 te Laren en werd begraven op
de algemene begraafplaats van het St. Janskerkhof te
Laren. (Heeft vermelding in de Pieter A. Scheen
1750-1950)
Toen kwam er onverwacht een breuk in
de artistieke loopbaan van Douwe Komter. De Amsterdamse
kunsthandelaar Pleyer had ontdekt dat Douwe veel verstand
had van antiek en Oosterse kunst en dat hij ook zakelijk
inzicht had. Hij bood hem een baan als chef in zijn zaak
tegen het destijds behoorlijk hoge salaris van vierduizend
gulden per jaar. De verleiding was te groot en Douwe
accepteerde. Hij deed het kennelijk goed want een jaar later
werd zijn salaris verhoogd tot zesduizend gulden.